Onderstaand artikel schreef ik voor Atletiek Week.
‘De druk was zó hoog’. Hak wijst een punt aan ver boven het hoofd. ‘Elke wedstrijd weer; het was zo’n worsteling’. De MiLa-atleten beschrijft hoe 2012 er voor haar uitzag.
Een jaar waarin ze probeerde om haar studie geneeskunde te combineren met topsport. Zaterdag staat ze ontspannen aan de start van de 800 meter bij de Flynth Recordwedstrijden in Hoorn.
Ze besloot na de spelen - waar ze zich niet voor wist te kwalificeren - om het roer om te gooien. Even wilde ze de atletiek laten voor wat het was: ‘Op het moment dat duidelijk werd dat ik me niet zou kwalificeren, was mijn motivatie ver te zoeken. Ik dacht: nou ja, ik kan in ieder geval nog een goede arts worden.’
Londen
Maar dat moment duurde niet lang. Haar sponsor nodigde haar uit om de Olympische Spelen in Londen bij te wonen. ‘Eenmaal in het stadion bedacht ik me dat ik er geen vrede mee zou hebben als ik niet alles op alles had gezet om zelf een keer deel te nemen. Maar dat betekende dat ik het roer radicaal moest omgooien’. Hak wil zich drie jaar voor de Spelen in Rio geheel vrij maken om te trainen. ‘Dat heeft als consequentie dat ik mij nu geheel focus op het afronden van mijn studie. In 2013 wil ik mijn laatste co-schappen lopen, zodat ik in ieder geval basisarts ben. Na de Spelen kan ik me dan als arts gaan specialiseren. Dat vervroegde afronden van de studie is nodig om dat ik daarna nog drie jaar heb om mij voor te bereiden op de Olympische Spelen’
Focus verleggen
‘Het is een goede keuze om mijn focus te verleggen van atletiek naar studie. Ik loop veel meer ontspannen. Ik weet dat ik waarschijnlijk geen toptijden loop, maar daar maak ik me nu geen zorgen over. Dat kan ik ook niet verwachten, omdat ik maar een derde train van wat ik gewend was. Ik heb geen tijd om méér te trainen. Ik begin om half acht ‘s ochtends in het ziekenhuis en in de avonduren train ik. Meer dan zes trainingen per week zitten er niet in. Om het verschil aan te geven: ik loop nu zo’n dertig kilometer per week in plaats van tachtig.’
‘Mijn strakke schema betekent dat ik niet veel meer doe dan werken, trainen, eten en slapen. Mijn recente trainingsstage in Portugal was dan ook een welkome onderbreking. Alleen het feit dat ik om acht uur kon opstaan was al een luxe. Het voelde een beetje als een vakantiekamp. Dat neemt niet weg dat we hard gewerkt hebben.’
Thuys
Dat trainen doet ze sinds vorig jaar in de nieuwe trainingsgroep van Frans Thuys, de man die onder meer Ellen van Langen begeleidde naar haar gouden medaille bij de Spelen van 1992 in Barcelona. Thuys was langere tijd weg uit de sport, zocht de uitdaging weer op en kwam na enkele “omzwervingen” terug bij zijn oude liefde: de atletiek.
‘Omdat dat wereldwijd toch de grootste sport van allemaal is. Iedereen kan hardlopen’, zegt hij. Thuys heeft een aantal atleten van de verenigingen Phanos en AAC – wat op zich al een bijzondere samenwerking is in Amsterdam. ‘Ach, dat denken vooral mensen van buiten die clubs’, zegt hij daarover.
Het “grote denken” is hij in de tussentijd niet verleerd. ‘Ik hoop dat we aan het eind van het jaar een groep van twintig tot dertig man hebben en ik verwacht dat ik met drie van hen naar de Spelen van Rio zal gaan.’
Gebrek aan omvang
Hoe kijkt Hak met een tijd van 2.44,67 op de 1000m terug op de baancircuitwedstrijd in Lisse op elf mei? ‘Ik merkte het gebrek aan training op omvang vooral op het eind van de wedstrijd. Ik kon de laatste honderd meter niet meer meekomen met het kopgroepje. De concurrentie was te sterk. Waar ik overigens alleen maar blij om ben. Ik hoef nu niet meer naar het buitenland om me te meten met andere MiLa’s’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten