woensdag 23 januari 2013

Jelle van Gorkom knokt zich terug

Onderstaand artikel schreef ik voor Sportmassage. 



Jelle van Gorkom beleefde een zeer opmerkelijk Olympisch seizoen. Eind maart raakte de 21-jarige BMX-rijder bij een val tijdens wedstrijden in de VS ernstig gewond. Door intensieve sportmedische zorg kon hij toch van start gaan bij de Spelen in Londen. Sportmassage sprak Van Gorkom over zijn ambities, zijn carrière en over zijn val en revalidatie.


Jelle van Gorkom was pas drie jaar oud toen hij voor het eerst een BMX-fiets aanraakte. ‘Ik sloot me een jaar later aan bij een club in Lichtenvoorde en trainde iedere woensdagmiddag. Als ik het bij de training niet goed genoeg vond gaan, trainde ik ‘s avonds opnieuw, met de oudere renners. Net zo lang totdat ik alle heuveltjes kon nemen. Mijn eerste wedstrijdje volgde al snel en op mijn zesde werd ik voor het eerst Europees kampioen, in de jongste leeftijdsgroep.’
‘Ik ben enorm competitief. Als ik vroeger verloor met een spelletje Mens-erger-je-niet werd ik razend en gooide ik het bord door de kamer. Als kind wilde ik óf piloot worden, óf Olympisch kampioen. De eerste optie viel af vanwege mijn kleurenblindheid. Dus bleef er dus maar één ding over: de Olympische
titel.’

Leerschool
‘Na die eerste Europese titel ging ik definitief trainen bij de leeftijdscategorie acht tot twintig jaar. Dat was een goeie leerschool, want ik was gewend om alles te winnen. Nu keek ik opeens tegen een paar achterwerken aan. Of ze sneden me af. Dat zorgde ervoor dat ik op jonge leeftijd gehard werd en voor mezelf leerde opkomen’.
In 2009 wordt Van Gorkom gevraagd voor de nationale selectie en vanaf dat moment gaat alles in een sneltreinvaart. ‘Het trainingstraject in de aanloop naar de Olympische Spelen was erg zwaar, maar het behandeltraject door de medische staf was minstens net zo intensief,’ aldus Van Gorkom.
‘BMX-fietsen is een hele blessuregevoelige sport. Ook vraagt het veel van je lijf. Ik wil niet zeggen dat we elke dag op de tafel liggen bij de fysiotherapeut of sportmasseur, maar toch wel erg vaak. Onder normale omstandigheden ga ik één keer per week bij de sportmasseur langs en indien nodig ook een keer bij de fysiotherapeut’.

Belangrijker
Aanvankelijk komt Van Gorkom alleen bij de sportmasseur omdat het er nou eenmaal bij hoort. Maar gaandeweg worden de fysiotherapeut en de masseur steeds belangrijker voor hem, omdat hij beseft dat hij het van zijn lichaam moet hebben. ‘Een goede massage is de beste preventie die er is. Het is niet zo dat ik de hele wereld aankan als ik goed gemasseerd ben, maar ik voel wel degelijk verschil. Als ik na een massage aan een nieuwe training begin, ben ik een stuk frisser. Ik wil uit elke training het maximale halen en een goede massage helpt me daar zeker bij. Als ik een keer oversla, moet ik dat echt bezuren, letterlijk en figuurlijk.’
‘Als er wedstrijden zijn word ik voor en na de wedstrijd gemasseerd. Voor de wedstrijd is een lichte massage goed. Niet te diep omdat ik graag wat spanning op mijn benen wil houden. Na de wedstrijd kan de massage me niet diep genoeg zijn’.

Het ongeluk
Chula Vista, Amerika, 31 maart 2012. Jelle van Gorkom plaatst zich bij een wereldbekerwedstrijd voor de Spelen in Londen. Het geluk lijkt hem toe te lachen, maar dan slaat het noodlot toe. ’s Middags wordt de BMX-rijder in de kwartfinale door een andere deelnemer van achteren aangetikt. Hij verliest zijn evenwicht en klapt bij een snelheid van meer dan 55 km per uur tegen de volgende betonnen heuvel. De sporter is direct buiten bewustzijn.
De fysieke schade is groot; een kapotte knie, een ingeklapte long, gebroken en gekneusde ribben en een zware hersenschudding. Van Gorkom kan zich van de bewuste dag in Chula Vista niets herinneren. Zelfs het feit dat hij zich plaatste voor de Olympische Spelen is van de harde schijf gewist.

Zorgelijk
De situatie na de val is direct zeer zorgelijk. Het lukt de BMX-fietser niet om zelfstandig te ademen. Het toedienen van zuurstof wordt bemoeilijkt omdat Van Gorkom, ten gevolge van de val, de kaken als een bankschroef op elkaar geklemd houdt. Pas na tien minuten lukt het om de beademing op te starten.
‘De eerste dagen werd ik kunstmatig in slaap gehouden’, vertelt hij. ‘Al snel werd geprobeerd om mij van de beademing te halen, maar het zuurstofgehalte daalde veel te hard.’
‘Pas na drie dagen werd ik voor het eerst even wakker. Ik kon niet praten, alleen iets opschrijven. Mijn eerste woorden waren: ‘I will be back for London!’ In de daaropvolgende dagen werd ik steeds vaker even wakker. Maar die eerste periode in het ziekenhuis was heel frustrerend. Ik lag daar maar en had niet het idee dat ik vooruit ging.’
‘Dat veranderde toen ik na ruim een week van de beademing af mocht. Als snel kon ik al kleine dingen doen zoals even naast mijn bed staan. Op een gegeven moment vond ik dat ik wel zelfstandig naar het toilet kon. Maar daar dachten de verpleegkundigen anders over. Ze kwamen aangesneld om mij weer op bed te leggen en plaatsten direct een bewegingssensor om er voor te zorgen dat ik niet weer alleen op pad ging.’

Zware tijd
‘Op 15 april mocht ik naar huis. Vier weken na mijn val was ik voorzichtig bezig met de eerste basisoefeningen. Eerst eenzijdig, later gevolgd door moeilijkere opdrachten. Samen met het begeleidingsteam maakten de fysiotherapeut en ik een plan.’
Fysiotherapeut Sander van Rheenen vertelt over die eerste weken: ’In het begin was ik vooral met het bovenlijf bezig. Door de klap op de ribben stond Jelle wat voorover gebogen en daardoor miste hij longvolume. Door oefeningen en voorzichtige manipulaties kwam hier verbetering in. Ook stond er veel spanning op zijn nek en schouders door het ongeluk. Dit masseerde ik, afwisselend met de sportmasseur, dan weg.’
‘Ik heb ook de knie weer losgemaakt. Die zat vast door littekenweefsel. En het bleek dat ook de schouder meer aandacht nodig had. Die protesteerde hevig toen Jelle hem zwaarder ging belasten.’

Elke dag
‘In de eerste weken na het ongeluk zag ik elke dag wel iemand: mijn sportmasseur Edgar Besseling of de fysiotherapeut’, vertelt Jelle. ‘Het was niet zo dat de fysiotherapeut opdrachten gaf aan de sportmasseur. Het was de uitwisseling tussen hen beiden die er voor zorgde dat ik een compleet pakket aan zorg kreeg. Ze speelden elkaar steeds de nieuwe informatie door. Edgar was echt een verlengstuk van de fysiotherapeut. Normaal gesproken masseert hij vooral mijn benen voor en na wedstrijden. Tijdens mijn revalidatie was zijn takenpakket uitgebreider.’
‘Ik vond het een zware tijd. Je ziet dat je teamgenoten de puntjes op de i zetten in de voorbereiding op de Spelen, terwijl je zelf van ver moet komen. Maar ook daarin speelden de fysiotherapeut en de sportmasseur een belangrijke rol. Zij konden mij echt een peptalk geven wanneer dat nodig is. Zonder hen zou ik er nu heel anders bijzitten en had ik het zeker niet gered had om naar Londen te gaan.’

Te vroeg
Eind mei moest Van Gorkom zich laten zien tijdens de WK, om zijn startbewijs voor de Spelen veilig te stellen. Maar achteraf gezien kwam die wedstrijd veel te vroeg. Datzelfde gold ook voor de Olympische Spelen in augustus 2012, vier maanden na het ongeluk.
‘In de aanloop naar Londen vroeg ik me af en toe wel af of ik nu moest gaan of niet. Maar ja, ik had mijn plek eerlijk verdiend en wilde ook laten zien dat ik weer terug was. Hoewel ik me er wel van bewust was dat ik niet voor de prijzen zou kunnen gaan.’
Maar de Spelen werden een enorme domper. ‘Ik had me voorgenomen om drie dagen te fietsen, maar lag er na de tweede dag al uit. Toch was mijn trainer, Bas de Bever trots op me. Hij zegt dat ik net zoveel respect verdien als de winnaar van een gouden medaille. Dat was goed om te horen. En nu op naar Rio’.